Wat Limburg betekende voor de steenkoolindustrie, was Cabernardi voor de zwavelproductie. Overdrijven we het een beetje? Helemaal niet, kijk eens wat we ontdekten.
Cabernardi behoort tot één van de grootste deelgemeenten in de omgeving van Sassoferrato. Tijdens ons bezoek aan het dorp, geleid en georganiseerd door de fantastische leden van Happennines, kregen we de kans om het Archeologische Mijn park van Cabernardi te bezoeken. Het leuke was dat we eens weer in slaagden om alle drie bloggers Laura, Elke en ik samen te zijn!
In deze mijn ontgon men zwavel die niet van vulkanische oorsprong stamde maar van bacteriele aard. Hierdoor verzuurde het landschap en ontstond een bijzonder manlandschap op de mijnsite. Een groot verschil merkten we met de omringende groene heuvels.
Hoe werd eigenlijk die zwavel ontdekt ? Het verhaal doet de ronde dat een boer merkte dat zijn koeien weigerden te drinken van waterplassen in een bepaald gebied. Hij haalde de pastoor erbij die het belang ervan meteen begreep. Mijnwerkers begonnen al in 1870 naar Cabernardi te komen; maar het was pas in 1917 dat de grote maatschappij Montecatini de mijn tegen een zeer lage prijs kocht en het tot één van de meest productieve in Europa maakte. In die tijd groeide het aantal binnenkomende mijnwerkers zo snel, dat in de nabijheid zich spontaan een dorp ontwikkelde. Niet alleen vonden de mijnwerkers en hun gezinnen er woningen, maar zelfs enkele winkels.
Het domein dat aan Montecatini toebehoorde, omvatte de mijn zelf, de dieren (aanvankelijk trokken er dieren de wagons) het gereedschap, de kleedkamers voor de mijnwerkers, de voedselopslag voor de dieren en zelfs het voedsel zelf. Een domein van ongeveer 1000 hectare groot.
Waarvoor werd dat zwavel gebruikt? Voornamelijk voor militaire en medische doeleinden..
De ‘gouden eeuw’ van de mijn was ongeveer in de jaren 30 en 40, toen er ongeveer 300 mijnwerkers werkten in shiften van 8 uur per dag. Er bestonden geen vakantie of vrije dagen: de mijnwerkers werkten 24 uur op 7, behalve op 4 december: de dag van Sint Barbara, de beschermheilige van de mijnwerkers (en de brandweerlieden).
In 1952 kwam de mijn in het nieuws, toen men mijnwerkers ontsloeg die uit protest de mijn 40 dagen lang bezetten. Uit Canada kwam een nieuwe technologie, die hun handenarbeid bijna overbodig maakteen de vraag naar zwavel nam bovendien ook af. Uiteindelijk slaagden ze erin om nog enkele jaren werk te hebben. De mijn sloot echter definitief in 1958 .
In 1986 opende het mijnmuseum en vele jaren later, in 2015, ook de mijnsite zelf.
Wanneer je de site betreedt, lijkt het alsof je terug in de tijd bent en je verwacht ieder ogenblik dat één van de mijnwerkers opduikt uit de mijnschacht. Deze 18m hoge schacht was de eerste grote structuur uit gewapend beton in Italië en vormt tegenwoordig het symbool van de mijn.
12 mijnwerkers konden tegelijk in de schacht afdalen om zwavel uit ongeveer 80 km lange galerijen te ontginnen. Er bestonden 21 niveaus van ca. 30 meter hoog (dus maximaal 900 meter diep!).
Eenmaal de zwavel ontgonnen bracht men de brokstukken in een oven om die om te zetten in vloeibare zwavel. Dit werd gedaan met behulp van de modernere “Gill ovens” en/of de zogenaamde “calcarone”, een zeer oude en tijdrovende methode (dit wel 4 maanden kon duren). De “calcarone” had een ronde vorm met een diameter van ongeveer 25 meter en een schuine vloer. De muur eromheen werd gebouwd met stenen en na elk proces weer afgebroken. Er was slechts één steen die los was: zo kon men controleren of het fusieproces goed verliep.
gill oven gill oven calcarone calcarone calcarone
Het werk was echt veeleisend en ongezond in Cabernardi: er was zoveel zwavel dat de mijnwerkers beide methoden van de ovens gebruikten om zoveel mogelijk zwavel te bewerken. Meestal was het werken in de mijn de enige bron van inkomsten voor de gezinnen die rond de mijnsite woonden. Ze werden voor die tijd goed betaald maar leefden helaas niet lang. Zwavel is een zeer giftig product en rond 45 jaar stierven de meeste mijnwerkers. Diegenen die het geluk hadden om bij de ovens te werken, leefden dan iets langer.
In al die jaren stierven er 131 mijnwerkers in de mijn vanwege de slechte werkomstandigheden.
Op de mijnsite verbond een kabelbaan Cabernardi met een ander dorp , van waaruit de vloeibare zwavel per trein werd vervoerd..
Het leukste moment tijdens het bezoek was het binnentreden van één van de galerijen. Hiervoor moesten we natuurlijk even een helm opzetten. Aan het einde van een van de extractiegalerijen draaide zelfs een video met historische opnames uit de mijnen.
Kortom we vonden alle 3 het bezoek aan de archeologische vindplaats hoogst interessant en uitermate boeiend. Nooit geweten dat Cabernardi ooit zo’n belangrijke rol speelde in de Europese zwavelindustrie.
De gids vertelde nog een leuk verhaal over Cabernardi: de lokale mensen scheppen vaak op de beste te zijn in het voetballen; tenminste als ze thuis op hun voetbalterrein naast de mijn speelden. De deelnemers waren immers niet aan de zwavelgeur gewend en zo won het Cabernardi-team meestal heel gemakkelijk!
De site is het hele jaar geopend, maar in de winter alleen in het weekend. Je kan met een groep altijd een gidstour vragen aan Happennines ! Een aanrader !
0 reacties