Ecco Le Marche

 

Na de aankoop van onze oude boerderij, ontdekten we in de schuren en stallen een aantal oude landbouwwerktuigen en -gereedschappen. Doch één belangrijke getuige van het boerenverleden ontbrak: de biroccio of boerenkar.

Wat kenmerkte dit Marchigiaanse voertuig ? De kleuren en de beschilderingen erop. Dergelijke karren op 2 wielen beperkten zich niet tot deze Italiaanse regio, maar wel de kleurenpracht en de geverfde figuren. Alleen in Sicilië deed men dit ook in beperkte mate.

Daar bijna elke Marchigiaanse gemeente een museum bezit, wijdde Filottrano zijn museum aan de biroccio. Opgericht in 1967 in het palazzo Beltrami dat zich in het historisch centrum van de stad bevindt. Vrijwilligers met kennis van het vroegere landbouwleven gaven ons graag een woordje uitleg.

Reeds de Etrusken en de Piceniers in Midden-Italië, gebruikten een massieve tweewielige kar, voortgetrokken door een paar ossen. Door de eeuwen heen behield deze wagen zijn structuur. In le Marche versierde men de kar, met bloemen,  mannelijke en vrouwelijke figuren, landschappen,  hoofdzakelijk in de kleuren rood, blauw, geel en groen. In de provincie Pesaro schilderde men graag landschappen, bloemen en meisjesgezichten kwamen vooral voor in de provincie Ancona en de bloemen waren vooral in Macerata en Ascoli present. Ook zat er een symboliek achter : de roos vertegenwoordigde schoonheid, het graan stond voor overvloed, de pauw voor rijkdom, de hond voor trouw en de zwaluw beeldde de liefde uit. Dikwijls vond men er ook de afbeelding van de Heilige Antonuis abt, de patroonheilige van het vee.

De bouwers, birocciai, genoemd, gaven de kennis van de ambacht door van vader op zoon , zodat bepaalde families deze activiteit gedurende verschillende eeuwen uitoefenden. Voor le Marche stond de teller ooit op 140 families ! De komst van de gemechaniseerde landbouw maakte een einde aan deze stiel.

In het museum staan verschillende karren opgesteld, maar ook talrijke onderdelen ervan. De beschildering gebeurde dikwijls door de karrenbouwer, maar soms ook door iemand anders die misschien meer talent had. De schilders waren allemaal mannen op 1 bekende uitzondering na: Adelina Carloni.

Het bezoek aan het museum was vooral ook interessant door de vele verhalen over het vroegere leven op het Marchigiaanse platteland. Tijdens de  feesten werden de ossen  zelf ook versierd met prachtvolle kleding. Trekpaarden waren te duur. De kar gebruikte men voor verschillende doeleinden, van transportmiddel voor de landbouwproducten en personen tot praalwagen voor huwelijken of zelfs voor begrafenissen.

Birocci treft men tegenwoordig dikwijls bij dorpsfeesten aan of per toeval tijdens een wandeling op het platteland !

Het museum is gratis (giften zijn welkom)

Geopend: elke eerste zondag van de maand 9.30 – 12.30, 16.30 – 19.30 . Of op aanvraag: 0039-347.9127011 of quellidellara@libero.it


0 reacties

Een reactie achterlaten

Avatar plaatshouder

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *