Dè wandeling van le Marche leidt naar de lago di Pilato of het meer van Pilatus, gelegen op 1900m hoogte in het Sibillini gebergte meer bepaald op de Monte Vettore berg (2476m), het hoogste punt van le Marche.
Het is het enige natuurlijke Marchigiaanse meer en één van de weinige gletsjermeren van het alpiene type aanwezig in de Apennijnen. In de ijstijd vormde een morene een barrière waardoor het water bleef staan en zo een meer ontstond. Gevoed wordt het enerzijds door regenval anderzijds door smeltende sneeuw. Op zijn grootst heeft het een omtrek van 900 m, is 130 m breed en ca. 9 m diep. In de zomer verdampt een gedeelte van het meer waardoor het de de vorm van een bril aanneemt.
Laura onze Engelstalige blogster en haar broer Marco durfden de wandeling aan :
Vanaf Montemonaco (AP) rijd je richting Montegallo en na 4 km volg je de borden naar Foce .
Na ongeveer 5 km, en na het passeren van de Frazione di Rocca kom je in het dorp Foce of Montemonaco.
Ga rechtdoor en neem de zandweg en rijd ongeveer 1,5 km rechtdoor (het is mogelijk dat je onmiddellijk moet parkeren en De Piano della Gardosa te voet moet doen omdat de weg afgesloten is).
Zorg dat je voldoende water bij hebt want je kan nog maar water vinden op het Piano della Gardosa.
Aan het einde van de grindweg betreed je het enige pad. Nu klim je gedurende een 2 -tal uren tot het pad steil afdaalt in een dicht struikgewas, via haarspeldbochten (de zogenaamde “bochten”) steek je een een geul over tot je de glooiende hellingen bereikt van de vallei van het meer van Pilato, op ongeveer 1500 meter hoogte.
Het pad wordt niet overal bewegwijzerd omdat er in de winter veel lawines zijn, maar je loopt nooit het risico verloren te lopen omdat de routes duidelijk zichtbaar zijn. Aan het begin wandel je op een zachte ondergrond vaak bedekt met bladeren (wees voorzichtig als het geregend heeft) maar daarna wordt het pad rotsachtig. Wandelstokken en stevige wandelschoenen zijn dan ook aangeraden, want je kunt ook losse rotsen van 1 meter tegenkomen.
Aan het einde van het bos opent het landschap zich over de vallei en stijgt het pad minder, totdat je het bassin van het Pilatus-meer bereikt, op 1.940 meter boven de zeespiegel.
De aanblik op het meer en het omliggende gebergte belonen elke wandelaar die de moeite doet om tot hierboven te geraken. Marco, de zus van Laura studeert bovendien biologie en voor hem is het meer nog voor iets anders interessants!
In dit water leeft een bijzondere en zeldzame kreeftje: de rode Chirocefalo Marchesonii amper 9-12 mm groot en zwemt met de buikzijde naar boven. Je zal het dier nergens anders op de wereld treffen, het leeft uitsluitend in dit meer. Om te voorkomen dat dit uiterst zeldzame dier zou uitsterven is het verboden om het water in te gaan of zelfs maar pootje te baden of met je handen erin te gaan !!!
Overigens tref je er ook een klein insect aan, de zwarte waterroofkever (ditiscide).
Dit meer gaf aanleiding tot veel sages en legendes waarvan we er enkele vermelden:
De naam Pilatusmeer ontstond door de legende toen Pontius Pilatus ter dood was veroordeeld door Tiberius. Zijn lichaam mocht niet begraven worden maar werd in een zak, op een buffelwagen geplaatst die zonder rijder doelloos ronddwaalde om dan uiteindelijk in dit meer te belanden.
Vanaf de 13 de eeuw beschouwde men deze plek ook als behekst en de religieuze autoriteiten verboden dan ook de toegang ertoe door er een grote riek te plaatsen en een stenen muur rond het waterbekken.
In middeleeuwse juridische geschriften vindt men ook de naam van Sybilla Meer terug; een rechter zou de bewoners van Montemonaco vrijgesproken hebben toen zij buitenlandse ridders vergezelden die magische boeken naar het Lacum sibillae brachten.
In Montemonaco meer bepaald in het Sybilla museum, bewaart men een in het meer ontdekte donkere steen, De grote Steen, waarin mysterieuze letters gegraveerd zijn.
Een andere legende bestempelt dit water als het Averno meer, de toegang tot de onderwereld…
Je kan er gerust picknicken, wel al het afval mee terug nemen !
Om terug te keren neem je gewoon weer hetzelfde pad.
Nog enkele praktische tips en weetjes:
Laura en Marco raden je aan om wandelstokken mee te nemen, goede wandelschoenen, alsook een zonnehoed (een deel is in het bos maar een flink deel wandel je toch in de zon). Vergeet niet je te voorzien van ruim voldoende water, zeker tijdens de warmste maanden. Ook zonnecrème is geen overbodige luxe op deze hoogte.
Locatie: op slechts 9 km van Montemonaco (AP)
Lengte van de route: ongeveer 8,0 km heen en nog eens terug.
Hoogte: Vertrek op 1000 m boven de zeespiegel, aankomst op 1940 m. hoog.
Moeilijkheidsgraad: Enige fysieke conditie is toch vereist.
Duur van de tocht: 3h 30min (heen) + 2h 30 min ongeveer (terug)
Aanbevolen periode: van mei tot oktober (in de winter is het zeer gevaarlijk vanwege het lawinegevaar)
Honden zijn niet toegelaten.
0 reacties