Ecco Le Marche

Deze keer koos ik tijdens de FAI herfst dagen (soort open Monumentendag) voor een rondleiding in het stadje Cerreto d’Esi.

Regelmatig rijden we er langs om naar Matelica of verder zuidwaarts te gaan, doch het is al jaren geleden dat ik er nog eens stopte. Ook al intrigeert het eerste zicht op deze gemeente mij dikwijls. De verhoogde brug naar de stadspoort valt in ieder geval op.

Parkeren doe je gemakkelijk en gratis langs de stadsmuur of anders aan de achterkant bij het stationnetje.

Ik stapte de brug op, waarbij je errond nog heel goed de diepe gracht ziet, waarover ooit de ophaalbrug lag. Nu dient een deel van de gracht als openluchttheater.

De porta Giustinianea vormt nog altijd de hoofdingang tot het historisch centrum. Men belandt dan direct op het stadsplein.

Hier begint dan ook de rondleiding waarbij we te horen krijgen dat de Dolfijnenfontein op 1 van de 4 waterresservoirs staat van het stadje. Een andere zou zich bij het kerkje aan het plein bevinden, de andere 2 heeft men nog niet herontdekt.

De Belisario toren dateert hoogstwaarschijnlijk net zoals de poort uit de 12 de eeuw. Tijdens de FAI dagen gebeuren de rondleidingen hoofdzakelijk door middelbare scholieren zodat deze ook iets opsteken van de plaatselijke geschiedenis. Zo leren we dat de eerste opgeschreven getuigenis van Cerretum uit 1090 stamt. Waarschijnlijk stichtten de oorspronkelijke bewoners uit het Romeinse nabijgelegen Tuficum hier bovenop een heuvel een nieuwe nederzetting. Daar vonden ze een veiligere plek tijdens hun vlucht voor de Longobarden. Cerretum verwijst naar cerro of quercus cerrus: de moseik of Turkse eik die hier ooit het hele gebied bekleedde.

De toren draagt de naam van één van de belangrijkste Byzantijnse generaals Belisario uit de 6de eeuw n.Chr., omdat men in het verleden dacht, dat deze generaal deze nederzetting stichtte. Doch tegenwoordig weet men dat die Belisario hier nooit vertoefde. Het gebouw meet 25 meter hoog, van buiten rond, doch binnenin vierkantig en de juiste datering onbekend. Het laatste bovenste gedeelte zou in de 19de eeuw toegevoegd zijn.

Op het plein stond ook een historische apotheek ! Deze dient tegenwooiidg ook als VVV en klein museum voor religieuze voorwerpen. Een uiterst vriendelijke dame liet ons binnen en vertelde over deze apotheek. Vòòr de 19de eeuw hielden zich vooral monniken en nonnen met kruiden en medicijnen bezig, vandaar dat men de religieuze relikwieen e.d afkomstig uit oudere kerken hier plaatste. Vanaf 1800 krijgt men de eerste artsen en ook eerste geneesmiddelen, waarvan we noch exemplaren zagen in de vitrinekasten.

Zo zagen we ook een Carta Gloria houder, een rijkelijk versierde houder voor het evangeliegedeelte dat de priester die dag zou voorlezen.
We betraden een volgende ruimte met een opmerkelijk kruis (15de eeuws) dat als relikwieenhouder fungeerde.

De vriendelijke dame legde ook even de schilderijen aan de muren uit: de Annunciatie uit de 15-16de eeuw van Luca di Bartolomeo delle Fibbie en de Madonna met het Kind in de Gloria, tussen engelen, de aartsengel Michael en Sint Antonius Abt. Dat laatste van de hand van Ercole Ramazzoni, de schilder die nog Lorenzo Lotto als leraar had. (een bekende kunstschilder uit de Veneto die talrijke schilderwerken in le Marche achterliet) Ercole maakte de laat- renaissance periode mee en schilderde in de stijl van Perugino en Rafael.

De tentoonstellingsruimtes bleken zeer klein en niet ideaal om er te fotograferen…de volgende groep kondigde zich reeds aan. In ieder geval wie al het moois eens wilt zien kan er terecht op de volgende weekdagen: maandag, disndag, woensdag en vrijdag van 10.00-12.00 uur.
Als verrassing ontvingen we van de dame allemaal een boekje met de volledige uitleg van alle tentoongestelde kunstwerken.

De volgende scholieren wachtten ons reeds op, om via de Santa Maria Chiesa della Piazza en de Via San Lorenzo, richting bejaardentehuis te lopen: een oude villa die door de eeuwen heen verschillende functies bekleedde.

Uiteindelijk kwamen we aan bij de Via Tribbio, een zeer belangrijke weg, die reeds bij de Romeinen een kruistpunt vormde van 3 wegen. Vandaar de naam.

Al slenterend merkten we op, dat er toch veel leegstaande huizen stonden; dit zou na de aardbeving van 2016 gebeurd zijn. Want nu pas kwamen de heropbouwings fondsen vrij. Vandaar de talrijke stellingen rond de gebouwen. Toch probeerden enkele inwoners ( aantal rond de 3500) er iets leuks van te maken.

Ook de talrijke poezen genoten blijkbaar van Cerreto D’Esi:

In de Via Roma betraden we een gebouw waarvan we aan de buitenkant zagen, dat de ingang ooit anders lag.

Het bleek de oude bakkerij te zijn behorende aan de familie Tacconi, die begin 20ste eeuw naar Brazilie emigreerde, maar al gauw terugkeerde, want hun bakkerij sloeg er niet aan. We zagen de ruimtes waar eerst de oven had gestaan, een mooie foto herinnerde aan de oude tijden. Daarna zagen we de volgende ovens, de houten paletten, de oude mixer en nog andere gebruiksvoorwerpen. Ergens in de 80’er jaren stopte de familie ermee.

Er hingen ook nog recepten op en een moderne bakker had voor ons een foccaccia gemaakt. Dat was lekker smullen.

We belandden nu aan de achterkant van de oude stadsmuur, waar ooit de 2 de poort stond, die jammer genoeg verdwenen was. We hadden er zicht op het station en de heuvels waar ooit de Fabrianezen heftig tegen die van Cerreto vochten. Dikwijls verloren die van Cerreto zo hun onafhankelijkheid en maakten dan weer deel uit van Fabriano. In 1859 mocht Cerreto zich dan definitief onafhankelijke gemeente noemen en d’Esi eraan toevoegen, want ze bevindt zich dichtbij de bron van de belangrijke Esinorivier.

Hier zagen we ook de oudste Cerreto of moseik van de gemeente staan. De juiste leeftijd was onbekend. Doch mocht deze ooit sterven, een jong exemplaar plantte men nu in de gracht bij de ingang van het stadje.

Wij wandelden nu langs de stadsmuur naar links om dan op een plein aan te komen waar de Collegiata van santa Maria Assunta stond. Oorspronkelijk gebouwd in de 13 de eeuw, waarvan we de resten aan de zijkant zagen.

De facade zelf werd in merkwaardige kleuren beschilderd tijdens de restauratie na de aardbeving van 1997.

De kerk werd in de 17 de / 18 de eeuw verbouwd en vergroot. Het interieur was echt verrassend, zeer veel licht en prachtige kleuren die het geheel mooi en evenwichtig maakten. Een bejaarde vrjwilliger gaf hier ons de uitleg doch tot zijn grote spijt kon hij ons maar beperkt uitleg geven daar de volgende groep al buiten stond. Imposante beelden van de 4 evangelisten gemaakt van stuckwerk alsook boven het altaar een mooi Mariabeeld die de borst aan Jezus geeft.

Hier eindigde dan de rondleiding. Heel interessant en weer veel bijgeleerd. Op zondag waren de 2 bars aan de buitenkant van de stadsmuren echter gesloten, maar als men door de week komt, kan je er zeker terecht !

De stad staat ook bekend om haar wijnfeesten, die van de Verdicchio de Matelica. Die beginnen altijd in september, gevolgd door de wijnfeesten in Arcevia om dan af te sluiten met de grootste en oudste marchigiaanse wijnfeesten in Cupramontana.
In tegenstelling tot de Verdicchio dei Castelli di Jesi wijnheuvels , krijgen de Verdicchio di Matelica wijngaarden geen enkele invloed van de zee. De wijn smaakt dan ook veel krachtiger..


0 reacties

Een reactie achterlaten

Avatar plaatshouder

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *