Ecco Le Marche

Wierlrennersfanaten verheugen zich vast op 6 mei, dan start namelijk de Giro d’Italia ! Dit jaar ontvangt onze regio zelfs de 10de etappe, want op 17 mei beeindigen de wielrenners hun rit in Jesi !

Italie kende talrijke wielrennerskampioenen doorheen de vele jaren, maar waarschijnlijk zorgde wijlen Marco Pantani( °1970-2004) voor de meeste controverses; tijdens zijn leven aanbeden alsook bekritiseerd en een plots overlijden met heel veel vraagtekens errond…

Dit belette de fans niet om op de Cippo bij de Monte Carpegna een heel Pantani parcours te maken, als eerbetoon aan deze wielrenner die in 1998 zowel de Giro als de Tour won. Deze berg bevindt zich in het interegionaal natuurpark Sasso Simone e Simoncello deels in le Marche en deels in Emilia Romagna.

Zicht op de Monte Carpegna (1415m)

Erik, mijn man, en ik wilden deze route wel eens verkennen.
Met behulp van deze coördinaten startten we ons traject: ten noorden van de gemeente Carpegna, waar overigens een heerlijke prosciutto vandaan komt, reden we de Via Cippo in, waar de steile klim kon beginnen ! We bevonden ons hier al op 734 meter hoogte, het hoogste punt dat men kon bereiken 1358 meter. Wij deden het met de auto maar echte wielerfanaten doen dat natuurlijk op hun stalen ros ! Met de auto stopt men op de hoogte van ca. 1000 meter, de rest is alleen voor wandelaars of fietsers. 22 bochten telt de hele weg.

Onderweg ontmoetten we talrijke eerbetuigingen aan de pirata zoals Pantani genoemd werd.

Erik en ik waren al lang blij, dat we deze rit niet met de fiets aflegden, wat een steile stukken, het panorama natuurlijk overweldigend !

Maar waarom de pirata net op deze plek eren ? De beroemde wielrenner sprak dan ook ooit deze woorden uit: Il Carpegna mi basta! (De Carpegna is genoeg voor mij). Hij trainde volgens zijn zeggen nl liever hier, dan ergens anders. Hij kwam immers uit de regio Emilia Romagna. Bovendien bevatte de Giro en ook de Tirreno – Adriatico regelmatig dit parcours.

“Quando esco in allenamento da solo, ed è il più delle volte, questo è uno dei giri che amo. Fino a San Marino niente di speciale. Ma da lì in avanti comincia il bello. Strade tranquille, tracciato nervoso. Con continui saliscendi. E qualche severa impennata. La prima è quella che, passato Montemaggio, va su a San Leo. E da lì alla Madonna di Pugliano e al successivo valico. In una decina di chilometri si sale fin quasi a 1000 metri. Ma la salita più impegnativa della giornata non è questa. È la successiva. Quella che da Caturchio si arrampica sul Monte Carpegna. Nella parte iniziale non è molto ripida. È tra il 6 e l’8 %. Il tratto più duro arriva passato il paese di Carpegna. Sono sei, sette chilometri con pendenza media del 10 %. Gli ultimi due, fin sotto la vetta a 1360 metri sul mare, li chiamiamo il Cippo e sono i più ripidi, sul 12 %. Certo, questa non è una salita come quelle delle Alpi che mi hanno reso famoso. Ma per allenarmi bene il Carpegna mi basta, e come.” Marco Pantani.

“Als ik alleen ga trainen, en dat is meestal, is dit één van de tochten waar ik van hou. Tot San Marino niets bijzonders. Maar vanaf dat moment begint het plezier. Rustige straten, spannende wegen. Met continue klims en afdalingen. En een paar flinke pieken. De eerste is degene die, na Montemaggio, omhoog gaat naar San Leo. En vandaar naar de Madonna di Pugliano en de daaropvolgende pas. In zo’n tien kilometer gaat het tot bijna 1000 meter. Maar dit is niet de meest veeleisende klim van de dag. Het is de volgende. Degene die klimt van Caturchio naar Monte Carpegna. In het begin is het niet erg steil. Het ligt tussen de 6 en 8%. Het moeilijkste stuk komt na de stad Carpegna, zes of zeven kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 10%. De laatste twee, tot aan de top 1360 meter boven zee, noemen we de Cippo en zijn met 12% het steilst. Dit is natuurlijk geen klim zoals die in de Alpen waar ik beroemd mee ben geworden. Maar om goed te trainen is de Carpegna genoeg voor mij, en hoe.”

Trouwens de Giro eert jaarlijks deze wielrenner door één van de bergritten de titel Monte Pantani toe te schrijven, dat is dan de moeilijkste berg. De andere Italiaanse legende op 2 wielen Fausto Coppi krijgt een Monte Coppi, dat is dan de hoogste bergrit.

Bij de camping Cippo aangekomen, midden in een bos, parkeerden we in de schaduw.

Hier bewonderden we het monument ter ere van deze wielrenner gemaakt door een plaatselijke kunstenaar Francesco Maria Tigli.

Voor ons betekende dit het eindpunt, te voet of per fiets bestaat de mogelijkheid om de top te bereiken. Er zijn dan nog 13 bochten te gaan. Het eerste deel heet Fuga di Merckx ( de ontsnapping van Merckx), huldiging aan de Belgische Kannibaal die in 1973 hier tijdens de Giro de Spaanse klimmer Fuente achterliet, die op zijn beurt het jaar daarop precies op deze plek weer wraak nam op de Belgische topwielrenenr.

De laatste kilometers, l’Ascesa al Cielo ( de beklimming naar de hemel) eindigen dan bij een gigantische foto van Pantani met als opschrift Questo è il cielo del pirata. (dit is de hemel van de piraat.)

Uit Wikimedia Commons

De grote parking bij de camping, lag in het gehuchtje Cippo, genoemd naar de Cippus of stenen zuil, opgericht in 1930 om de neef van Mussolini te gedenken die op 20 jarige leeftijd in 1930 overleed.

We ontdekten het monument toevallig, want werd nergens vermeld.

Zelfs al heb je niets met wielrennen te maken, ook de prachtige vergezichten maken deze rit een omweg waard !


0 reacties

Een reactie achterlaten

Avatar plaatshouder

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *